Een API (Application Programming Interface) maakt het mogelijk dat softwaretoepassingen efficiënt met elkaar communiceren en gegevens delen.
Een API, oftewel Application Programming Interface, is een set definities en protocollen waarmee softwaretoepassingen met elkaar kunnen communiceren. Een API fungeert als een tussenlaag die ervoor zorgt dat systemen gegevens en functies op een gestandaardiseerde manier kunnen delen, zonder dat de onderliggende code openbaar wordt.
API's zijn essentieel voor het bouwen van moderne software, omdat ze de uitwisseling van gegevens en functionaliteiten tussen applicaties mogelijk maken. De belangrijkste voordelen van API's zijn:
Een API werkt door verzoeken en antwoorden tussen applicaties te beheren. Een applicatie stuurt een verzoek naar de API, waarin wordt aangegeven welke data of functionaliteit nodig is. De API verwerkt dit verzoek en stuurt een antwoord terug, bijvoorbeeld met de gevraagde gegevens. API’s werken vaak via het HTTP-protocol en gebruiken standaarden zoals REST, SOAP of GraphQL.
Voor organisaties zijn API's een krachtige tool om systemen te integreren, gegevens toegankelijk te maken en nieuwe diensten te ontwikkelen. Ze stellen bedrijven in staat om sneller te innoveren en een betere gebruikerservaring te bieden door systemen naadloos met elkaar te verbinden.